Hogeschool Rotterdam
OV-SW
Kenniscentrum Talentontwikkeling
Onderzoekend Vermogen - Sociaal Werker
Als sociaal werker zet je vaak bewust of onbewust onderzoeksvaardigheden in, bijvoorbeeld om de hulpvraag van de cliënt te begrijpen, om de opvoedsituatie in kaart te brengen, om te kijken wat de jongeren vonden van de training die je gaf of om op te zoeken wat de gevolgen zijn van bepaalde gedragsstoornissen die voorkomen in de groep die jij begeleidt. De opleiding Social Work en het lectoraat Professionele identiteit van de sociaal werker van de Hogeschool Rotterdam, willen graag weten hoe de opleiding aankomende sociaal werkers zo goed mogelijk voorbereidt op wat het werk precies vraagt aan onderzoekend vermogen. Daarnaast willen we weten hoe jij zelf tegen het belang van een aantal vaardigheden aankijkt die volgens de literatuur vallen onder onderzoekend vermogen, en of je werk en je opleiding je voldoende toerusten hierin. De data uit deze enquête worden anoniem verwerkt. De resultaten van de enquête worden gebruikt voor bijstelling van het Social Work curriculum Hogeschool Rotterdam, en het in tijdschriften e.d. delen van de inzichten. Met het invullen van deze vragenlijst, geef je toestemming dat wij de gegevens hiervoor gebruiken. Deze vragenlijst is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek, en gesprekken met onderzoekers, docenten en professionals sociaal werk. Voor vragen over het onderzoek kun je contact opnemen met Leonie le Sage, Hogeschool Rotterdam: l.f.le.sage@hr.nl
1.1 Waar ben je werkzaam als sociaal werker? (meerdere antwoorden mogelijk)
1.2 Anders, namelijk:
1.3 Hoeveel jaar ben je werkzaam als sociaal werker?
1.4 Welke opleiding heb je afgerond? (meerdere antwoorden mogelijk)
1.5 Anders, namelijk:
1.6 Bij welke hogeschool of universiteit (of anders…)? (laatst gevolgde opleiding)
1.7 Anders, namelijk:
1.8 Hoeveel jaar geleden ben je afgestudeerd? (laatste gevolgde opleiding waar diploma voor is behaald)
Geef bij onderstaande stellingen aan in hoeverre het kenmerkend is voor hoe jij je werk ervaart of uitvoert.
2.1 Ik stel mij in mijn werk open voor ideeën, opvattingen, meningen van anderen.
Helemaal mee eens
Helemaal niet mee eens
2.2 Ik ben gericht op het begrijpen van ideeën, opvattingen, meningen van anderen.
2.3 Ik kijk in mijn werk kritisch naar wat anderen als waar of onwaar, goed of fout verkondigen.
2.4 Ik verantwoord keuzes in mijn werk op basis van objectieve kennis.
2.5 Ik bouw voort op expertise die al aanwezig is in de organisatie of bij de doelgroep/cliënt/bewoner.
2.6 Ik wil vernieuwende inzichten of handelingswijzen toevoegen aan mijn eigen praktijk.
2.7 Ik deel nieuwe kennis of handelingswijzen met professionals binnen mijn eigen organisatie.
2.8 Ik deel nieuwe kennis of handelingswijzen met professionals buiten mijn eigen organisatie.
2.9 Mijn opleiding heeft mij voorbereid op wat het werk van mij vraagt wat betreft onderzoekende houding.
2.10 In mijn werk is een onderzoekende houding...
Zeer belangrijk
Onbelangrijk
3.1 In mijn werk heb ik toegang tot relevante vakliteratuur en wetenschappelijke artikelen of andere kennisbronnen.
3.2 Wanneer ik in mijn werk iets niet weet, zoek ik vakliteratuur en wetenschappelijke artikelen over het onderwerp.
3.3 In mijn werk pas ik inzichten uit vakliteratuur en wetenschappelijke artikelen toe.
3.4 In mijn werk zoek ik informatie op over regelingen, fondsen, andere organisaties, diensten of werkwijzen die voor de doelgroep/cliënt/bewoners waarmee ik werk relevant zijn.
3.5 In mijn werk zoek ik informatie over landelijk of gemeentelijk beleid dat voor de doelgroep/cliënt/bewoners relevant kan zijn.
3.6 Ik werk met bewezen effectieve methodieken.
3.7 In mijn werk maak ik deel uit van werkgroepen of commissies gericht op het ontwikkelen en delen van nieuwe kennis (bijvoorbeeld in het kader van kwaliteitszorg, strategisch plan organisatie).
3.8 Ik vraag informatie van deskundige collega’s / experts over onderwerpen die voor mijn werk belangrijk zijn.
3.9 Mijn opleiding heeft mij voorbereid op wat het werk van mij vraagt wat betreft benutten van kennis uit vakliteratuur en wetenschappelijke artikelen.
3.10 In mijn werk is het toepassen van onderzoeksresultaten en kennis….
4.1 In mijn werk herken ik de stappen van inventarisatie/analyse – planning – uitvoering en evaluatie.
4.2 In mijn werk zet ik gespreks- en observatievaardigheden in om bij de leefwereld van doelgroep/cliënt/bewoner te kunnen aansluiten.
4.3 In mijn werk bevraag ik, observeer ik en/of bezoek ik de doelgroep/cliënt/bewoners om de problemen die zij hebben te analyseren.
4.4 In mijn werk onderzoek ik samen met de doelgroep/cliënt/bewoner het probleem of de vraag die bij hen speelt.
4.5 In mijn werk zet ik muzische middelen of sport en spel in om de vraag van de doelgroep/cliënt/bewoner beter te begrijpen.
4.6 In mijn werk gaat het onderzoeken van de vraag van de doelgroep/cliënt/bewoner altijd samen met het direct ondersteunen van de doelgroep/cliënt/bewoner.
4.7 In mijn werk neem ik vragenlijsten, interviews, observaties e.d. af om tot evaluatie van een interventie of handelingswijze te komen.
4.8 In mijn werk evalueer ik met de doelgroep/cliënt/bewoners de resultaten van mijn handelen.
4.9 In mijn werk maak ik gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten, observatieformulieren e.d.
4.10 In mijn werk maak ik zelf vragenlijsten, observatieformulieren e.d.
4.11 In mijn werk analyseer ik data verkregen uit afname van vragenlijsten, interviews, observaties e.d.
5.1 Op basis van observaties, gesprekken e.d. ontwerp of ontwikkel ik handleidingen, protocollen, plannen, trainingen, richtlijnen e.d.
5.2 In mijn werk vormen analyse van de hulpvraag, interveniëren en evalueren een vloeiend geheel waarbij observeren, gespreksvoering en reflectie continu worden toegepast.
5.3 Ik gebruik de kennis die ik heb opgedaan over onderzoek tijdens mijn opleiding in mijn werk.
5.4 In mijn werk gebruik ik gebruik de analysetechnieken die ik geleerd heb in mijn opleiding (coderen, labelen, statistische bewerkingen zoals gemiddelde berekenen).
5.5 In mijn werk heb ik tijd om op systematische wijze informatie te verwerven over het perspectief en de ervaringen van de doelgroep/cliënt/bewoner.
5.6 Ik werk samen met collega’s van een afdeling Beleid of Onderzoek of van externe kennisinstituten in een lopend onderzoek naar de doelgroep/cliënt/bewoners of de kwaliteit van de werkwijze van mijn organisatie.
5.7 Mijn opleiding heeft mij voorbereid op wat het werk van mij vraagt rondom het signaleren en analyseren van een praktijkprobleem.
5.8 Mijn opleiding heeft mij voorbereid op wat het werk van mij vraagt rondom het evalueren van mijn interventies.
5.9 In mijn werk is het doen van onderzoek…
6.1 In mijn werk maak ik gebruik van feedback van anderen op mijn functioneren.
6.2 Ik evalueer met collega’s hoe ik gehandeld heb.
6.3 Ik reflecteer op mijn eigen handelen om te bepalen wat ik beter kan doen.
6.4 Ik maak gebruik van nascholing op onderwerpen die voor mijn werk relevant zijn.
6.5 Mijn werk biedt kennis, professionalisering, trainingen aan die voor mijn ontwikkeling belangrijk zijn.
6.6 Mijn opleiding heeft mij voorbereid op wat het werk van mij vraagt aan zelfontwikkeling.
6.7 In mijn werk is zelfontwikkeling….
7.1 Heeft u nog opmerkingen?
Licensed to Hogeschool Rotterdam - evasys V9.1 (2475) - Copyright © 2023 evasys GmbHopens a new window. All rights reserved.